Jaarrekening 2024: toenemende druk op (financiële) voorzieningen
De gemeente Brunssum sluit het jaar 2024 af met een positief resultaat, van 482.000 euro. Dat blijkt uit de Jaarstukken 2024.
Het positief resultaat is te danken aan een aantal meevallers. Zo was er een voordeel op begeleide participatie bij de uitvoering van de Wsw door Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL). Een andere financiële meevaller was het gevolg van een daling van het aantal bijstandsuitkeringen en van de uitvoeringskosten van ISD BOL.
Onzekerheden
In de jaarstukken legt de gemeente verantwoording af over het financieel resultaat over 2024. Dit resultaat heeft echter ook betekenis en uitwerking voor de toekomst.
In 2024 zijn uitgaven bij de Jeugdzorg weliswaar binnen de ramingen gebleven, maar alleen omdat deze ramingen vooraf, uit voorzorg, al waren opgehoogd. De Jeugdzorg blijft daarmee financieel veel vergen van de gemeentelijke middelen, met name de duurdere vormen van Jeugdzorg. Dat geldt ook voor de Wmo, waaraan de gemeente in het afgelopen jaar 450 duizend euro onvoorzien heeft uitgegeven.
Wat de gemeentelijke financiën ook parten speelt in het meerjarig perspectief, is de grilligheid van het rijksbeleid. Het jaar 2026 gold enige tijd als ‘ravijnjaar’. De recente Voorjaarsnota geeft iets meer lucht voor 2026, maar schuift het ravijnjaar feitelijk alleen maar even op, met alle bijkomende onzekerheden. Ook in de jeugdzorgfinanciering betoont het Rijk zich vooralsnog onvoorspelbaar, met alle gevolgen voor de begroting van de gemeente Brunssum voor de komende jaren.
Scharnierpunt
De bestaande financiële druk en de meerjarige onzekerheden over rijksbeleid leiden tot aanhoudende risico’s, niet alleen voor de investeringsplannen, maar ook voor de structurele voorzieningen van de gemeente Brunssum, zegt wethouder Jaimy van Dijk (Financiën).
Omdat het Rijk de komende jaren lokale tekorten niet of onvoldoende gaat aanvullen, zal Brunssum moeten interen op de reserves. Het jaar 2022 sloot Brunssum nog af met een overschot van 1,4 miljoen euro, het positief resultaat van 2023 was 900 duizend euro, terwijl 2024 wordt afgesloten met een overschot van 480 duizend euro.
“De tijden van miljoenenoverschotten zijn voorbij”, concludeert Van Dijk. “We zullen de komende tijd scherp op de wind moeten zeilen. Niet alles kan, niet alles hoeft tegelijk. Dat vergt bestuurlijke moed. Het vereist prioritering. Dat betekent dóórgaan met ontwikkelingen waarmee we het verschil maken. En afschalen waar de maatschappelijke effecten beperkt kunnen blijven”.
Van Dijk ziet daarmee de bestuurlijke ambities van de gemeente Brunssum op een “scharnierpunt” uitkomen. “Wanneer onze uitgaven sterker stijgen dan onze verwachtingen en prognoses, dan stelt dat onze ambitie danig op de proef om verantwoord te blijven investeren in moderne voorzieningen en eigentijdse oplossingen. We zien al veel in de steigers staan in Brunssum, we zien duidelijk tastbare resultaten van ons beleid – van bouwprojecten tot armoedebeleid, van participatiebeleid tot onderwijs. Maar we zien ook dat de maatschappelijke uitdagingen blijven groeien en dat er in toenemende mate een druk komt te liggen op de spankracht van onze organisatie en daarmee op onze ambities”.
Spankracht
Wethouder Van Dijk benadrukt dat bij alle ambities en uitdagingen in de uitvoering een gezond financieel beleid een harde voorwaarde blijft. “Uit deze Jaarrekening blijkt gelukkig óók dat we nog steeds een organisatie met spankracht zijn. Dat is het gevolg van een verantwoord financieel beleid van de afgelopen jaren, waardoor we 2024 met een positief resultaat kunnen afsluiten en daarmee onze vermogenspositie iets verder kunnen versterken”.
Dit alles, zegt Van Dijk, “maakt het mogelijk om ook in de komende jaren de gewenste rol in onze lokale samenleving te pakken en tot uitvoering te brengen, ondanks de tegenwind vanuit het Rijk”.
Vaststelling Jaarrekening
Het college van B&W stelt aan de gemeenteraad voor om het positieve resultaat over 2024 te storten in de algemene reserves.
De gemeenteraad van Brunssum bespreekt de Jaarrekening 2024 in de vergadering van 1 juli 2025.